Bijzondere ontwikkelingen

In dit onderdeel wordt een aantal ontwikkelingen toegelicht die zorgen voor een afwijking op de begroting 2024, maar nu nog niet exact kunnen worden uitgewerkt tot een begrotingswijziging. Dit betreft achtereenvolgens:

  • de onzekerheden in het sociaal domein
  • de ontwikkeling van de organisatiekosten 2024
  • de voortgang in het waardebepaling van de deelneming Willemsoord
  • de verwerking van het aangenomen amendement bij de behandeling van de kadernota tot de instelling van reserves voor Hortus Overzee en Buurthuizen
  • het voorstel tot de instelling van een reserve cofinanciering initiatieven
  • het vervallen van enkele bestemmingsreserves
  • de vrijval van de reserve egalisatiekapitaallasten Haven
  • financieel technische begrotingswijzigingen.

Onzekerheden in het sociaal domein
In het sociaal domein spelen een aantal onzekerheden die doorwerken in het rekeningresultaat van de gemeente maar nog onvoldoende hard kunnen worden geprognosticeerd. Op de onderdelen waar dit nu wel kan is het verwachte effect verwerkt in de mutaties. De oorzaken van het tekort zijn niet nieuw, in de tweede tussenrapportage is al aangegeven dat we de kosten voor, met name, de jeugdzorg zien oplopen. De oplopende financiële kosten worden in hoofdlijnen veroorzaakt door de afbouw en andere financiering van gesloten jeugdzorg naar kleinschalige woonvoorzieningen. Dit is gedurende 2023 ingezet, in 2024 is dit voor een volledig jaar van toepassing. Daarnaast is de problematiek verergerd, er zijn bijna geen lichte casussen meer. Het aantal kostbare trajecten neemt daarom toe. Ook zit de jeugdzorgketen verstopt, de wachtlijsten lopen op waardoor de problematiek ook vaak verergerd. Als gevolg van de verstopte keten zien we dat de doorverwijzingen vanuit de huisarts in het eerste half jaar 2024 t.o.v. het eerste half jaar 2023 met 30,6% is toegenomen. Beheersing van deze kosten is tot op zekere hoogte mogelijk met de randvoorwaarde dat er voldoende capaciteit beschikbaar is. Evenals in vorige jaren wordt een deel van de afgegeven indicaties niet volledig benut. Deze factor zorgt voor een dermate grote onzekerheid dat de financiële bijstelling nu niet in programma's kan worden verwerkt. De ramingen en de daadwerkelijke benutting worden in de maanden oktober, november en december nauwgezet gevolgd. Op dit moment is er sprake van een onzekerheid in de orde van grote van 10% van het jaarbudget voor de jeugdzorg.

Ontwikkeling organisatiekosten 2024
Het geheel van de organisatiekosten 2024 blijft op basis van de prognose begin oktober binnen de begroting. Binnen de prognose is er een grotere inzet van inhuurkrachten dan eerder geraamd. Deels omdat er sprake is van specialistische inzet die niet beschikbaar is in de formatie en deels omdat het vervullen van openstaande vacatures moeilijker verloopt dan gehoopt. Van de totale inzet op loon en inhuur wordt in 2024 circa 18% besteed aan inhuur. Op dit moment ligt de omvang van de inhuur op een iets hoger niveau dan in 2023.
De kosten van de ambtelijke organisatie zijn begin oktober geprognosticeerd voor heel 2024. Het resultaat hiervan is dat er per saldo een onderschrijding wordt verwacht van € 0,1 miljoen. Op het geheel van het budget is de omvang gering. De prognose is verwerkt als technische financiële wijziging omdat de prognose een wijziging van de inzet tussen programma's laat zien. De overhead valt lager uit, de kosten voor jeugd en zorg zijn hoger.
Het resultaat hiervan zijn de volgende bijstellingen per programma.
Programma 1: lagere lasten voor overhead en invoering van de Wet Open Overheid: € 227.000 voordeel
Programma 2: hogere lasten als gevolg van langdurige inzet van inhuurkrachten op de Jeugdzorg en de Wmo door het niet tijdig kunnen vinden van ervaren medewerkers met een ambtelijke dienstverband: € 387.000 nadeel
Programma 3: Lagere lasten voor toetsing en handhaving voor de vergunningen omgevingswet: € 77.000 voordeel
Programma 4: Lagere lasten voor organisatie door incidentele vrijval van vacatureruimte en het benutten van de rijksbijdrage voor het project Preventief met gezag: € 284.000 voordeel.

Waardebepaling deelneming Willemsoord BV
Op het moment van afronden van de decembernota is er nog geen oordeel over de waardebepaling van de deelneming Willemsoord. Willemsoord bv rondt in oktober de actualisatie van de eigen waardering van de panden en activa af. De gemeentelijke waardering van de deelneming houdt direct verband met de huidige resultaten van Willemsoord bv en de verwachte ontwikkeling van die resultaten. Op basis van de huidige inzichten en het eerder afgegeven beeld in het Panteia-onderzoek is de verwachting dat de deelneming verder wordt afgewaardeerd.
Het onderzoek hiernaar en de uitwerking wordt in december besproken in de auditcommissie. De uitkomsten worden daarna geagendeerd voor de raad zodat voor de afronding van de concept jaarstukken de waardering 2024 bekend is.

Amendement reserves Hortus Overzee en Buurthuizen
Bij de behandeling van de kadernota 2025 heeft de gemeenteraad een amendement aangenomen waarin is bepaald dat voor Hortus Overzee en voor de Buurthuizen bedragen worden gereserveerd in verband met toekomstige vernieuwingswerkzaamheden. In het amendement is aangegeven dat het om respectievelijk € 350.000 en € 400.000 gaat. Deze stortingen zijn verwerkt in de mutaties van programma 4 aangezien dit amendement door de gemeenteraad is overgenomen.
In het besluit werd als dekking aangewezen het krediet voor de renovatie van het brugwachtershuisje. Dit krediet kan technische gezien niet als dekking dienen. Ten laste van het krediet zijn al werkzaamheden uitgevoerd waardoor het oorspronkelijke bedrag niet geheel beschikbaar kan komen. De afwikkeling van het brugwachtershuisje komt apart terug bij de raad, mogelijk als onderdeel van de jaarstukken 2024.

Instelling reserve cofinanciering
Bij zowel de Seasaw als de De Nollen is sprake van een reservering ten laste van de algemene reserve die als cofinanciering beschikbaar kan komen als aan de voorwaarden is voldaan. Deze reserveringen zijn in de begroting geraamd als een bijdrage in de exploitatie in één of meerdere jaren. Indien nog niet aan de voorwaarden kan worden voldaan moet in een volgend jaar het bedrag opnieuw beschikbaar worden gesteld.
Als gevolg hiervan schommelt de omvang van de algemene reserve en wordt steeds opnieuw de suggestie gewekt dat de begroting van Den Helder een tekort heeft. Omdat er ook voor nieuwe initiatieven, zoals de subsidieaanvraag Volkshuisvestingsfonds, cofinanciering nodig is, wordt voorgesteld hiervoor een aparte bestemmingsreserve in te stellen. Deze aparte reserve zorgt ervoor dat de algemene reserve direct de weerstandscapaciteit toont en de toegewezen bedragen voor cofinanciering eveneens duidelijk zijn vastgelegd. Het daadwerkelijk besluiten tot onttrekking aan de reserve cofinanciering komt aan bod als de cofinancieringsvraag voldoet aan de voorwaarden. In de besluitvorming wordt nu voorgesteld om de reserve cofinanciering in te stellen en deze in 2024 te voeden met de begrote cofinanciering voor de Seasaw en de Nollen.

Vervallen bestemmingsreserves zonder programmering
Voor een aantal bestemmingsreserves geldt dat er binnen het afgesproken doel geen programmering is en nieuwe programmering inhoudt dat het doel wordt gewijzigd. Deze reserves kunnen vervallen. Om de resultaatbestemming van de rekening 2024 eenvoudig te houden wordt voorgesteld om nu de besluitvorming hierover af te ronden. Daarmee wordt tevens het jaarrekeningproces ontlast. De voorgestelde opheffing en vrijval van het saldo betreft de reserves:

  • af te stoten gemeentelijk vastgoed         € 1.018.914
  • het terrein van de Diverse Magazijnen          €    227.044
  • aankopen Stadshart wet Voorkeursrecht gemeenten   €    211.514
  • kunstopdrachten/aankoop kunstvoorwerpen      €      62.757
  • huurderving gemeentelijk vastgoed         €      39.160
  • Drooghe Weert               €      32.000
  • monumenten                  €      22.884
  • stabilisatie algemene uitkering gemeentefonds      €        2.000

In totaal bedraagt de vrijval € 1.616.273.

Opheffen en vrijvallen reserve egalisatie kapitaallasten Haven
In de begroting 2025 is rekening gehouden met de toenemende kapitaallasten voor de eerder afgesproken investeringen in de haven. Indertijd werd zowel een bedrag aan kapitaallasten geraamd als ook een storting  in de reserve egalisatie kapitaallasten Haven begroot. Vanaf de begroting 2025 wordt de groei van de kapitaallasten verwerkt in de begroting zonder egalisatie en daarmee kan de aparte reserve voor het egaliseren van deze lasten vervallen. Met dit besluit komt ruim € 6 miljoen vrij ten gunste van de algemene middelen. Daarnaast wordt de begrote storting in de egalisatiereserve 'kapitaallasten Haven' geschrapt omdat deze wordt opgeheven. Hiermee is een bedrag gemoeid van € 888.260.

Financieel technische begrotingswijzigingen
In de decembernota wordt voor een aantal onderwerpen een technische begrotingswijziging verwerkt. Deze worden hieronder toegelicht. In de technische wijzigingen zijn zowel verschuivingen in de begroting opgenomen als het verwerken van hogere inkomsten en uitgaven met een neutraal resultaat. Daarnaast is er een bijstelling van € 24.000 verwerkt als correctie op de onttrekkingen aan de reserve kapitaalegalisatie voor de afschrijvingen.

De toename van de hogere inkomsten bedraagt in dit onderdeel € 2,2 miljoen. Het belangrijkste hiervan is de overdracht van pensioenen van wethouders voor € 0,96 miljoen. De overige inkomsten hebben voor € 1,1 miljoen betrekking op het sociaal domein in de vorm van specifieke regelingen voor jeugd, leerplicht, participatie (ESF) en onderwijs.
Tot slot is in lijn met de begroting 2025 een verschuiving verwerkt van de lasten voor de overhead naar crisisbeheersing in programma 3 in verband met de presentatie van de brandweerkazerne als onderdeel van de programmalasten.

Deze pagina is gebouwd op 12/17/2024 09:15:51 met de export van 12/17/2024 09:10:43